De kamerplant is terug van weggeweest. Planten brengen gezelligheid en sfeer in huis en zorgen voor zuurstof. Planten zien we niet alleen in de woonkamer. Ook in badkamers worden planten steeds populairder. Zo creëer je je eigen urban jungle in huis. Planten hebben ook verzorging nodig. Je geeft ze regelmatig water en je let erop waar ze het beste tot hun recht komen; in de zon of juist in de schaduw. Ondanks je goede verzorging kan je toch plotseling last krijgen van spint. Wij vertellen je wat het is en hoe je spint bestrijden kan.
Wat is spint?
De spint is een heel klein diertje, dat een verre neef is van de spin. Spinten of spintmijten zie je bijna niet met het blote oog. Als je ze onder een microscoop zou bekijken, zou je zien dat het inderdaad kleine spinnetjes zijn. Ze zitten het liefst aan de onderkant van de bladeren van je planten. De spint kan een hoop overlast geven op je kamerplanten. De spint prikt gaten in de plant en zuigt de vrijgekomen sappen op. De plant kan hierdoor zelf geen voedingsstoffen meer opnemen of transporteren. Als je niet op tijd ingrijpt, zullen de plant en de bladeren zo erg verzwakken, dat je plant doodgaat. Planten die gevoelig zijn voor spint zijn ondermeer de Alocasia, Calethea en Polyscias. Ook planten die langere tijd droog staan of die in oude potgrond staan, zijn vatbaar voor spint. Je herkent een spintplaag soms aan kleine gele, witte of bruine stipjes. Nog vaker zie je, dat er spint op je plant zit door de beschadigingen aan de bladeren. Zeker als het warm en droog weer is, is het oppassen geblazen. Dat is het favoriete weerstype van de spintmijt. Gelukkig is de spint goed te bestrijden.
De inzet van roofmijten tegen spint
Spint kan je bestrijden met chemische middelen. Deze middelen zijn helaas niet zo milieuvriendelijk. Bovendien kunnen de beestjes resistent worden voor deze middelen. Het is dan ook aan te raden om roofmijten tegen spint in te zetten. De roofmijt zelf is ongevaarlijk. Heb je spint op je planten ontdekt, dan is het zaak om snel actie te ondernemen. Hoe langer je wacht, hoe lastiger het is om van de spintplaag af te komen. Met de natuurlijke vijand van de spint ga je de strijd op een biologische manier aan. De hoeveelheid roofmijten die je nodig hebt, is afhankelijk van de ernst van de plaag. De roofmijten zet je uit op je plant. Ze eten de spint en leggen bovendien eitjes vlakbij een kolonie van spintmijten. De roofmijten uit de uitgekomen eitjes doen zich vervolgens ook tegoed aan de spintmijten. Zo verorberen de roofmijten in korte tijd een grote hoeveelheid spinten. De roofmijten werken het best bij een hoge luchtvochtigheid en bij temperaturen tussen de 18°C en 26°C. De populatie zal zich dan snel uitbreiden. Zijn de omstandigheden minder gunstig, dan is het verstandig om wat meer roofmijten uit te zetten.
Voorkomen is beter dan genezen
Overlast door spintmijten wil je zoveel mogelijk voorkomen. Kies dan ook voor planten die minder gevoelig zijn voor spint. Planten die sterk zijn, kunnen zich beter weren tegen spint en ander ongedierte. Probeer te voorkomen, dat je kamerplanten in de tocht staan en bevochtig ze geregeld met een plantenspuit. Heb je wel planten die gevoelig zijn voor spint, gebruik dan preventief speciale kweekzakjes tegen spint voordat de spint je planten gevonden heeft.